Zwarte Stern. (Black Tern, Chlidonias niger)
De zwarte stern is een vogel uit de geslachtengroep van de sterns. Het is een trekvogel die in Noord- en Midden-Amerika, het noorden van Zuid-Amerika, Europa, Azië en Afrika voorkomt. Zwarte sterns zijn vogels van het ondiepe moeras. Ze broeden op drijvende watervegetatie (liefst krabbenscheer), nestvlotjes en modderbanken in ondiepe en matig voedselrijke moerassen en in agrarische gebieden met brede sloten en modderbanken. Ze foerageren niet ver van de kolonies op kleine visjes, amfibieën, insecten en regenwormen. Zwarte sterns broeden in mei-juni. Ze hebben één legsel per jaar van 2-3 eieren. Broedduur 20-22 dagen. Het nest wordt gemaakt in zoetwatermilieus op drijvende vegetatie, liefst krabbenscheer, of kunstmatige nestvlotjes. Ze broeden in kleine kolonies. De jongen zitten 25-28 dagen op het nest. Ze kunnen het nest al vanaf de tweede week voor langere tijd verlaten en worden nog enige tijd na uitvliegen gevoerd. De vogels overwinteren in West-Afrika.
Rondom Leerdam zijn ze vanaf Mei t/m eind Juli te bewonderen op enkele plekken langs de Linge en in de Zouweboezem. Door de Natuur- en Vogelwacht "De Vijfheerenlanden" worden rond half April de kunstmatige nestvlotjes uitgelegd en daar wordt door de vogeltjes dankbaar gebruik van gemaakt.
Samen met Zenno Bloemendal (http://zennopictures.com/) volg ik de sterntjes al heel wat jaartjes en het afgelopen jaar (2020) veel tijd besteed aan een kleine kolonie bij ons langs de Linge. Mooie, sociale vogels die voor elkaar opkomen en die ieder nest in de kolonie gezamenlijk verdedigen tegen predatoren. En predatoren zijn er genoeg, sperwer, kraai, blauwe- en purperreiger, kleine mantelmeeuw, bos- en ransuil, eigenlijk alles dat de naam roofvogel heeft. Ook de kleine marterachtige, zoals hermelijn en wezel hebben wel een nat pak over voor een zwart sternpulletje. Je zou dus denken dat op die kale vlotjes zonder gaas bij ons langs de Linge (in de Zouweboezem maakt men gebruik van gaas rondom de vlotjes zodat de roofvogels ze niet vanuit de vlucht zo van het vlotje pikken) de predatie groot is maar niets is minder waar. Eén keer gezien dat een sperwer de kans zag een jonkie te roven maar dat was ook gelijk de laatste keer, de sterns hadden er van geleerd en de sperwer werd daarna vakkundig op afstand gehouden. Een purperreiger kwam ook af en toe eens buurten maar die hield het al gauw voor gezien....
Het belangrijkste voor een goed broedseizoen is eigenlijk het aanbod van voer en dat vooral dicht bij de kolonie. Het gortdroge voorjaar van 2020 was dramatisch voor libellen, juffertjes en vlinders en daardoor waren de sterns lang van het nest weg voor ze iets te pakken hadden. En dat schept kansen voor de predatoren want met minder sociale controle hebben ze meer kans op buit. We hebben er wat op gevonden, wat bijvoeren en het was verrassend dat de sterns het snel in de gaten hadden en er dankbaar gebruik van maakten. En het weer afbouwen als het natuurlijke voeraanbod zich weer wat hersteld. Feit is wel dat je er heel veel tijd in moet steken, het kost wat, en je moet het afmaken als je er aan begint. Natuurlijk? Nee, absoluut niet maar het was goed om te zien dat de oudervogels zich tegoed deden aan het voer en daardoor meer tijd hadden om zich bezig te houden met de verdediging van de nesten en te variëren van voer voor de jonkies. Het zijn slimme vogels en ze weten deksels goed dat jonkies niet alleen visjes nodig hebben om gezond groot te worden maar ook insecten. Tja, het klimaat veranderd en je kunt wel van allerlei verschillende projecten starten zoals ze in 2021 weer met de grutto's bedacht hebben maar voeraanbod is veel belangrijker dan maaibeleid. En wat bijvoeren is heel wat goedkoper dan de boer spekken.....En als het voorjaar gewoon weer lekker nat wordt, dan gewoon de natuur weer zijn gang laten gaan.
Bewondering en respect voor Rien de Keizer van de Vogelwacht "Vijfheerenlanden" die de vlotjes uitlegt en de tellingen bijhoudt maar het is een feit, uitgevlogen jonkies tellen is niet te doen. Op het ene vlotje zijn de jonkies al vliegvlug terwijl ze op andere vlotjes net uit het ei komen. De vliegvlugge jonkies verdwijnen van de vlotjes, houden zich nog enige tijd op in de rietkragen en verdwijnen daarna met de ouders. Waar gaan ze heen, waar verblijven ze, vragen waar ik geen antwoord op weet. En er zijn vliegvlugge jonkies die zien dat jonge jonkies op andere vlotjes veel gevoerd worden en daar gaan bedelen. De pulletjes op die vlotjes zien een 'concurrent' en pikken fors in op het vliegvlugge jong. En die snaveltjes zijn scherp en de volgende dag lagen ze dood op het vlotje. En jonkies die nog niet vliegvlug zijn maar het zwemmen al prima beheersen, die graag het gezelschap van anderen opzoeken en daar is pa of ma niet blij mee....want die overleven het ook niet.
Bovenstaand verhaal is een conclusie van mij, ben geen bioloog, eigenlijk gewoon iemand die graag vogeltjes fotografeert maar het hoe en wat net zo interessant vind. Natuurlijk schept veel kennis van een soort een garantie op betere fotografie. Kijk op tegen de echte vogelkenners maar het hele gebeuren met eigen ogen zien en er zo'n twee volle maanden ingestoken waarvan ik er iedere dag er vaker twee dan één keer was. Je krijg een 'band' met de vogels maar meer gebaseerd op het feit dat er voor de vogels iets te halen viel en het 'verwelkom' daar totaal op gebaseerd was. Een stukje waarneming en een heerlijk stukje buiten zijn. Zien dat jonkies groot worden en uitvliegen. En dat er in 2021 weer meer zijn, dat het goed gaat met de soort. Ik kijk er naar uit, zo verliefd ik nog steeds ben op mijn vrouw, zo verliefd ben ik ook geworden op deze prachtige vogeltjes alhoewel het woordje 'liefde' bij het eerst vermeldde een heel andere betekenis heeft. Het waarom, tja, misschien iets dat iemand heeft met zijn huisdier en ik dat heb met deze vogels. Geen voorstander van bijvoeren maar als het positief kan uitpakken voor de soort.....we kunnen er niet omheen, het klimaat veranderd (stijgende temp. / droogte) en pakt voor sommige soorten goed uit terwijl andere soorten er onder lijden. Hopelijk zijn de weersomstandigheden dit jaar weer 'ouderwets' en herstelt de Nederlandse vogelpopulatie weer wat want het is een feit, met veel echte Nederlandse soorten gaat het bergafwaarts. Benieuwd, als de sterntjes er weer zijn of er een 'herkenning' is. Herkent een 'wilde vogel' een mens en herken ik als mens de vogels want iedere stern heeft zijn specifieke 'eigenschap'. Belangrijkste van alles is eigenlijk of je als individu iets kan en mag bijdragen aan het in stand houden van de vele vogelsoorten die ons landje rijk is en dat je met weinig iets daarin kunt bereiken.